Sluiting van Cora-winkels: een schok voor de Belgische retailsector

Het nieuws sloeg in als een bom in de Belgische handel: de groep Louis Delhaize kondigde de definitieve sluiting aan van de zeven Cora-winkels in België ((La Louvière, Hornu, Chatelineau, Rocourt, Woluwe, Anderlecht, Messancy)). Deze radicale beslissing, die 1.800 werknemers treft, betekent een belangrijk keerpunt in het Belgische distributielandschap. Maar er rijzen ook vragen over de herbestemming van de sites, de aangrenzende winkelgalerijen en het vastgoedpatrimonium.

De redenen achter deze moeilijke beslissing

Volgens de groep Louis Delhaize zijn er meerdere factoren die deze sluiting verklaren:

• Belangrijke financiële verliezen: de Cora-winkels in België boeken al jaren verlies, waardoor hun financiële situatie onhoudbaar is geworden.
• Een hyperconcurrerende markt: de Belgische retailmarkt is een van de meest competitieve van Europa, met grote druk op de prijzen en sterk gereduceerde marges.
• Hoge investeringsbehoeften: om de winkels rendabel te houden, zouden zware investeringen nodig zijn, onder meer om de infrastructuur te moderniseren en het aanbod aan te passen aan de veranderende verwachtingen van de consument.

Een onzekere toekomst voor de sites

De sluiting is een zware klap voor de 1 800 betrokken werknemers. Louis Delhaize belooft een sociaal plan op te zetten om hen te ondersteunen in hun zoektocht naar nieuw werk en hen oplossingen voor hertewerkstelling aan te bieden. De vakbonden zullen worden betrokken bij dit proces om de belangen van de werknemers zo goed mogelijk te verdedigen.

De toekomst van de panden waarin de Cora-winkels zich bevinden, blijft voorlopig onzeker. Er worden verschillende pistes onderzocht: verkoop aan andere supermarktketens, herontwikkeling tot commerciële zones of zelfs vastgoedprojecten. De groep onderzoekt alle voorstellen om voor elke site de meest geschikte oplossing te vinden.

Brede impact op het Belgische retaillandschap

De sluiting van Cora zal een merkbare impact hebben op het commerciële landschap in België. Ze betekent een inkrimping van het aanbod in de grootdistributie en zou de opkomst kunnen versnellen van andere ketens, zoals discounters en buurtwinkels. Belgische consumenten zullen hun koopgewoonten wellicht moeten aanpassen en op zoek gaan naar alternatieven voor hun dagelijkse boodschappen.

De aankondiging heeft hevige reacties uitgelokt bij werknemers, vakbonden en politici. Iedereen is het erover eens dat er oplossingen nodig zijn om de sociale impact van deze sluiting te beperken en een toekomst te garanderen voor de betrokken sites. Momenteel lopen er gesprekken tussen de verschillende stakeholders om de beste strategieën te bepalen en de tewerkstelling in België te helpen beschermen.

Wat met het vastgoed en de winkelgalerijen?

De sluiting van de zeven Cora-hypermarkten betekent veel meer dan enkel een herstructurering van de distributiesector. Ze roept ook belangrijke vragen op over de toekomst van de winkelgalerijen en omliggende handelszaken, alsook over de toekomstige bestemming van de grote vastgoedoppervlaktes.

De vastgoedactiva van de Cora-hypermarkten zijn inmiddels overgenomen door Mitiska REIM, dat een sleutelrol zal spelen in de transformatie van de sites. Het investeringsfonds plant om de grote winkelruimtes op te splitsen in kleinere commerciële eenheden. Zo wil men een gevarieerd aanbod van huurders aantrekken en de economische activiteit in deze zones behouden. Mogelijke nieuwe functies zijn buurtwinkels, speciaalzaken of zelfs ontspannings- en horecazones.

Deze aanpak sluit aan bij een bredere trend in de Belgische retailsector, waar grote hypermarkten plaatsmaken voor flexibelere formats, beter afgestemd op de hedendaagse consumptiegewoonten.

Uitdagingen voor winkelgalerijen en lokale handel

De winkelgalerijen die geïntegreerd zijn in de Cora-sites huisvesten heel wat zelfstandige handelaars die sterk afhankelijk waren van het klantenverkeer dat de hypermarkt genereerde. Door het verdwijnen van Cora verkeren zij nu in grote onzekerheid. Een sterke daling van het bezoekersaantal zou kunnen leiden tot bijkomende sluitingen, wat het alarmerende leegstandspercentage – dat begin 2025 al op 11,2 % stond – verder kan doen oplopen.

Toch biedt de reconversie van de sites ook een kans om deze ruimtes nieuw leven in te blazen. Recente voorbeelden, zoals de herbestemming van de Galerie Bortier in Brussel tot gastronomische bestemming, tonen aan dat een goed doordacht herontwikkelingsproject een nieuw publiek kan aantrekken en de resterende winkels kan doen floreren. Maar dit vergt aanzienlijke investeringen en een duidelijke visie om te vermijden dat deze ruimtes veranderen in commerciële woestijnen.

Het succes van deze reconversie hangt grotendeels af van het vermogen om een constante stroom bezoekers aan te trekken. Voor lokale overheden en investeerders is het cruciaal om een samenwerkingsgerichte aanpak te hanteren waarin alle betrokken partijen – eigenaars, handelaars, en overheden – worden betrokken. Mogelijke stimuleringsmaatregelen zijn fiscale voordelen voor nieuwe huurders, of het organiseren van culturele en gemeenschapsactiviteiten om de aantrekkelijkheid van de site te versterken.

De sluiting van de Cora-winkels markeert niet alleen het einde van een tijdperk voor de Belgische grootdistributie, maar luidt ook het begin in van een nieuwe fase voor het commercieel vastgoed. Indien deze transitie goed wordt aangepakt, kunnen deze sites uitgroeien tot dynamische hubs die beantwoorden aan de behoeften van vandaag. Zo niet, dreigen ze bij te dragen aan het groeiende probleem van leegstaande commerciële ruimtes in België.