Artikel

EPC-certificaat: nieuwe regels vanaf 2025 in elke regio anders

12 May 2025

Vanaf 2025 krijgt het EPC-certificaat een nog grotere rol op de vastgoedmarkt. Maar de regelgeving varieert sterk tussen Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Wat betekent dit voor de waarde van uw woning?

Het energieprestatiecertificaat (EPC of PEB) neemt een steeds centralere plaats in op de Belgische vastgoedmarkt. Wat ooit begon als een louter informatief document, groeit nu uit tot een bepalende factor voor de waarde van woningen. Hoewel de drie gewesten hetzelfde doel nastreven – een duurzamer woningpark – verschillen hun regels aanzienlijk. Vlaanderen loopt duidelijk voorop met strikte verplichtingen, terwijl Wallonië en Brussel hun wetgeving versneld aanscherpen. Vanaf 2025 zullen de verschillen nog zichtbaarder worden, met rechtstreekse gevolgen voor eigenaars en kopers.

Vlaanderen: koploper met verplichte renovaties

Vlaanderen is al jarenlang voortrekker op dit vlak. Sinds 2009 is het certificaat verplicht en de regelgeving wordt voortdurend aangescherpt. Zo moet het energielabel sinds enkele jaren duidelijk zichtbaar zijn in vastgoedadvertenties – net zoals bij huishoudtoestellen. Belangrijker nog: wie een woning koopt met label E of F, is verplicht om binnen vijf jaar minstens niveau D te behalen. Vlaanderen beschikt ook over een centraal gecertificeerd platform en hanteert strengere eisen voor nieuwbouw, wat vaak resulteert in lagere scores dan in Brussel of Wallonië voor gelijkaardige panden.

Wallonië: gefaseerde verplichtingen tot 2046

In Wallonië is het EPC-certificaat sinds 2011 verplicht bij elke vastgoedtransactie. Binnenkort krijgt deze label (van A+ tot G) echter meer gewicht. Vanaf 2025 moeten huurwoningen met een G-label opgewaardeerd worden tot minstens klasse F. Tegen 2028 moet dat E worden. Eigenaars-bewoners krijgen wat meer tijd, met deadlines vanaf 2031. Tegelijkertijd zullen renovaties waarvoor een stedenbouwkundige vergunning nodig is, moeten voldoen aan de energienormen van de Europese Green Deal.

Brussel: PEB voor alle woningen vanaf 2025

Ook het Brussels Hoofdstedelijk Gewest staat op het punt een grote stap te zetten. Vanaf 2025 zal elke woning een EPC-certificaat moeten hebben, zelfs zonder verkoop- of verhuurplannen. Het doel is ambitieus: tegen 2050 moet het volledige Brusselse woningbestand minstens label C halen. Brussel moedigt ondertussen al een reeks energierenovaties aan, zoals dak- en muurisolatie, vervanging van ramen en plaatsing van zonnepanelen. Voorlopig is er nog geen verplichte renovatiekalender, maar de piste ligt op tafel voor de jaren 2030.

Verschillende software, verschillende uitkomsten

Daarbij komt nog dat elke regio een eigen berekeningsmethode gebruikt. Zo hanteert Brussel de software EPB+, met een gedetailleerde analyse van de gebouwschil. Wallonië gebruikt een soepeler regionale tool, terwijl Vlaanderen een digitaal platform heeft dat kadastergegevens automatisch integreert. Dat zorgt voor grote verschillen in beoordeling, zelfs voor dezelfde woning.

Energieprestaties wegen steeds zwaarder door op de prijs

Uit recent onderzoek blijkt dat de impact van het PEB-certificaat op de verkoopprijs aanzienlijk is. In Wallonië verkoopt een woning met label A gemiddeld 15,8% duurder dan een gelijkaardig pand met label D. Een G-label leidt daarentegen tot een waardevermindering van 8,9%. In Brussel bedraagt dat prijsverschil ongeveer 5,4%. In Vlaanderen, waar de regelgeving al langer van kracht is, kunnen de prijsverschillen oplopen tot 44% tussen een A+-woning en een woning met label G.

Europese harmonisatie in zicht?

Met het oog op de klimaatdoelstellingen van 2050 en de stijgende energieprijzen, wordt energie-efficiëntie een cruciale factor in vastgoedbeslissingen. Wie nu al investeert in betere prestaties, neemt een duidelijke voorsprong. Het EPC-certificaat evolueert van bijzaak naar doorslaggevend argument. De komende jaren – van 2025 tot 2030 – worden dan ook bepalend voor de toekomst van de Belgische woningmarkt.

Stel een vraag