
31 August 2025
Vastgoedeigendom komt in toenemende mate in handen van vijftigplussers en hogere inkomensklassen, terwijl het voor jongeren en de middenklasse steeds moeilijker wordt om eigenaar te worden — zowel in Frankrijk als in België. Deze evolutie is te wijten aan de stijgende vastgoedprijzen, het loskoppelen van lonen en vastgoed, en het gebrek aan doeltreffend woonbeleid.
Een studie van het Institut Montaigne wijst op een verontrustende trend: terwijl de prijzen in Frankrijk in twintig jaar met 88% zijn gestegen, bezit 24% van de huishoudens vandaag 68% van het particulier vastgoed. Deze concentratie versnelt vooral in grootsteden en toeristische hotspots, waardoor eigendom verworven wordt tot een privilege voor vijftigplussers, welgestelden en erfgenamen.
In België is de situatie vergelijkbaar. Volgens een recente studie van BNP Paribas Real Estate is de gemiddelde leeftijd van nieuwe eigenaars gestegen als gevolg van de voortdurende prijsstijgingen. In Brussel bijvoorbeeld is het voor de meeste jonge werkenden bijna onmogelijk geworden om eigenaar te worden, door een gebrek aan eigen inbreng en strengere hypotheekvoorwaarden.
De stijging van de vastgoedprijzen overtreft ruimschoots de loonontwikkeling. Corinne Jolly (PAP) bevestigt: de middenklasse kan zich in veel grote steden geen woning meer veroorloven met een gemiddeld loon, vooral niet in Parijs. In België is het fenomeen gelijkaardig: de Federatie van Notarissen stelt vast dat de gemiddelde prijs van een woning tussen 2018 en 2024 met 25% is gestegen, tot bijna 350.000 euro in Vlaanderen en meer dan 500.000 euro in Brussel.
Deze kloof veroorzaakt een sterk gevoel van achteruitgang bij jonge generaties en middenklassen, versterkt door de "bijzondere gehechtheid" aan eigendom in zowel Frankrijk als België.
Volgens het Institut Montaigne zijn de bestaande woonmaatregelen — zoals huursubsidies of fiscale voordelen — er niet in geslaagd om de toegang tot eigendom of de woonmobiliteit wezenlijk te verbeteren. In Frankrijk wordt jaarlijks bijna 40 miljard euro uitgegeven aan huisvestingsbeleid, zonder noemenswaardig effect op de prijzen of de woonkosten van gezinnen.
In België hebben beleidsmaatregelen zoals de afschaffing van de woonbonus of de regionalisering van het woonbeleid evenmin gezorgd voor betere toegankelijkheid voor jongeren en middenklassen.
Het Institut Montaigne stelt enkele structurele maatregelen voor, waaronder:
In België pleit de Federatie van Notarissen voor gerichte steun aan starters. Het Brussels Gewest investeert bovendien in betaalbaar wonen via nieuwe financieringsinstrumenten en de transformatie van kantoorgebouwen tot woningen.
Hoewel sommige alternatieven zoals het sociaal kooprecht of het geleidelijk verwerven van eigendom op papier interessant zijn, worden ze afgeremd door hun complexiteit en gebrek aan zichtbaarheid. De bevolking blijft gehecht aan volledige eigendom, als symbool van sociale status en bescherming tegen onzekerheid — vooral bij jongeren.
Zowel in Frankrijk als in België ligt de sleutel dus wellicht in een coherent, stabiel en innovatief woonbeleid dat inzet op diversiteit van woonvormen, vertrouwen herstelt en nieuwe perspectieven biedt aan generaties die momenteel uitgesloten zijn van de vastgoedmarkt.